Foto ter illustratie

PREMIUM
Foto ter illustratie © ANP

Meer dan honderdduizend verkeersboetes onterecht: ‘Bezwaar maken loont’

Een derde van alle verkeersboetes waartegen bezwaar wordt gemaakt, blijkt onterecht te zijn opgelegd: bij ruim honderdduizend Nederlanders viel vorig jaar een brief van het CJIB op de mat, terwijl ze niets hadden misdaan. ‘Je denkt dat bezwaar maken geen zin heeft, maar doe het wel.’

Een derde van alle verkeersboetes waartegen burgers vorig jaar bezwaar indienden bleek onterecht opgelegd. Dat blijkt uit gegevens van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, die door deze krant zijn opgevraagd. Het gaat om 107.300 boetes die werden uitgedeeld voor snelheidsovertredingen, door rood rijden, handheld bellen of een andere overtreding van de zogeheten ‘Wet Mulder’.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) deelde in 2018 zo’n 25.000 boetes per dag uit, oftewel 9,2 miljoen boetes in totaal. Die leverden de schatkist 754 miljoen euro op. Althans, als ze allemaal konden worden geïnd.

Ruim 330.000 keer – nog geen vier procent van het totaal – dienden burgers namelijk bij het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) bezwaar in tegen een boete. Van de 318.000 bezwaren die inmiddels zijn beoordeeld, werd ruim een derde toegekend. Dat betekent dat een boete wordt verscheurd en dus niet hoeft te worden betaald, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende bewijs is of de boete aan de verkeerde persoon is opgelegd. In beroep en hoger beroep kwamen daar nog eens zo’n 5.000 boetes bovenop.

Omdat verkeersovertreders gemiddeld 75,57 euro moesten betalen, werd door bezwaarprocedures dus een streep gezet door 8,5 miljoen euro aan onterecht opgelegde boetes.